Wat als je hele jeugd gericht is op het behalen van je doel om profvoetballer te worden? Urenlang trainen, blaren op je voeten, verjaardagen van je beste vriendinnen sla je over. Je wordt geprezen om je uitzonderlijke talent en kijkt op tegen sterren als Lieke Martens en Shanice van der Sanden - ooit zal jij hun plek in Oranje overnemen. Op weg naar de top kom je uitdagingen tegen: kiezen voor topsport maakt eenzaam, je raakt geblesseerd of na jarenlang hard werken blijk je tóch net niet goed genoeg. Aan de hoogste top is immers uiteindelijk slechts plek voor één elftal aan talenten. Het percentage jongens en meisjes dat het daadwerkelijk zo ver schopt, is erg klein. Van de meer dan 100.000 spelers in het jeugdvoetbal gaan er jaarlijks zo’n 5000 naar een profclub. En dan nog is er geen enkele garantie dat ze later doorstromen naar het betaald voetbal.

Het is de dagelijkse realiteit voor de vier protagonisten van deze serie. Allen behoren tot de allerbeste voetbalmeiden in hun leeftijdscategorie. En hoewel de meiden veel van elkaar verschillen – in afkomst (Marokkaans en Nederlands), persoonlijkheid (intro- en extravert) en opleidingsniveau (van vmbo tot vwo) – hebben ze één ding gemeen: ze willen profvoetballer worden, en het liefst zo snel mogelijk. In de documentaireserie Oranjedromen worden de tieners gedurende lange tijd dicht op de huid gevolgd. Door de ogen van de toptalenten maakt de kijker een unieke reis door het leven van de topsportkinderen, waarin ze ieder hun eigen uitdagingen tegen komen.